Koreacrisis: Oost- en West-Korea luiden alarmbel
Noord- en Zuid-Korea hebben er al een lange conflict geschiedenis opzitten, maar de laatste jaren schijnen de gewelddadige incidenten steeds verder uit de hand te lopen. Oost- en West-Korea, de vredelievende buren van de militaire grootmachten, dreigen daar steeds meer het slachtoffer van te worden.
Door T.U.I.G van der Riggel
Het rommelt al een tijdje op het Koreaanse schiereiland. Een paar jaar geleden jaar werd een Zuid-Koreaanse onderzeeƫr getorpedeerd door het Noorden, waardoor 46 Zuid-Koreaanse matrozen om het leven kwamen. En Noord-Korea grossiert in kernraketten alsof het om zakken knikkers gaat. De feiten spreken voor zich: Noord- en Zuid-Korea zijn verwikkeld in een langdurig en complex conflict. Maar hoe zit het eigenlijk met Oost- en West-Korea?
Het lijkt een onbegrijpelijk hiaat in pers en geografie, maar vreemd genoeg wordt er zelden met een woord gerept over deze landen, die eveneens dagelijks hinder ondervinden van het aanslepende militaire conflict tussen hun buren. Voor wie de basiskennis inzake de vier windstreken beheerst, zou het sowieso zonneklaar moeten zijn dat er ook een Oost en een West moeten bestaan. Beide naties halen minder vaak de internationale pers dan hun Noordelijke en Zuidelijke tegenhangers, omdat ze het bijzonder goed met elkaar kunnen vinden. Maar dat verklaart het probleem slechts voor een klein deel. Waarom Oost en West ook in atlassen en op landkaarten consequent over het hoofd worden gezien, is een vraagstuk waarover geografen, cartografen, wetenschappers en filosofen zich al decennialang vruchteloos het hoofd breken. Wij vroegen de mening van een specialist ter zake: Prof.dr.mr.ir. R. Leijdecker (1955) van het O.I.L. Onderzoeks Instituut Leijdecker ,doceert o.a geografie aan de Vrije Universiteit van Termunterzijl en is tevens een eminent Koreakenner. Hij onderzoekt het probleem al sinds zijn studententijd, en kwam vorig jaar tot een merkwaardige ontdekking.
LEIJDECKER:Na twee jaar onderzoek kwamen wij erachter dat het gewoon een kwestie van “over het hoofd zien” betrof. Bij het maken van de eerste landkaarten, eeuwen geleden, vergaten de kaartenmakers om Oost-en West Korea op de kaart te zetten. Dat kon nog in die tijd. Maar er is meer; nieuwere landkaarten werden later simpel gekopieerd, weliswaar met moderner materialen ,maar toch gekopieerd. Het bleek dat op die manier, tot nu aan toe, verzuimd werd Oost-en West Korea alsnog op de kaart te zetten.
Wereldwijd dringt de draagwijdte van mijn ontdekking slechts tergend langzaam door, en vaak word ik ook gewoonweg tegengewerkt. Zo valt mijn vraag om atlassen en landkaarten te herdrukken consequent in dovemansoren, ik vermoed vanwege de kostprijs. En voor de lokale bevolking is het nog erger: niet alleen woedt er in hun land een bittere oorlog, ze worden door de overheid ook beschouwd als niet-bestaande schaduwburgers.
De Oost- en West-Koreanen die we tijdens onze expeditie hebben kunnen observeren, leven noodgedwongen dan ook in zeer barre omstandigheden. Meestal moeten ze een bestaan zien op te bouwen rond jacht en visvangst; ook het alcoholisme tiert er welig. De mensen daar zijn, terecht, vaak erg verbitterd omdat ze voor de rest van de wereld simpelweg niet lijken te bestaan. Ik had gehoopt dat mijn bewijs een eye-opener zou zijn geweest voor de wereld, maar dat is het voorlopig nog niet geworden… Kennis over de vier windstreken is blijkbaar gaan behoren tot iets uit het verleden, en dat stemt me soms droef…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten